Aikido


                                                                 
                                                  
                                                            



Tomiki  Aikido 

Deze aikidostijl werd ontwikkeld door Kenji Tomiki, een professor lichamelijke opvoeding aan de Waseda Universiteit in Tokio die zowel judo als aikido beoefende.

Tomiki structureerde zijn aikido naar het model van Jigoro Kano’s judo en net als Kano judo, wou Tomiki aikido integreren in het Japanse onderwijssysteem en zag hij aikido als een competitiesport.

In de kern bevat Tomiki aikido een beperkt aantal bewegingen met een zeer hoge integratiegraad (unsoku, tandoku undo en sotai dosa). Deze basisoefeningen (zowel solo- als paaroefeningen) zijn het fundament van de kihon waza (randori-no- kata). De systematische en logische samenhang van die beperkte reeks technieken komt hun efficiëntie ten goede.

De technieken (kihon-waza) werden ontleend aan het aikido van Morihei Ueshiba en onderverdeeld in slagtechnieken, gewrichtstechnieken en vliedende technieken. Er zijn vijf slagtechnieken (atemi-waza) en veertien gewrichtstechnieken die op hun beurt onderverdeeld worden in twee groepen: zes elleboogtechnieken (hiji-waza): twee heup-, twee zijwaartse en twee armklemmen en acht polstechnieken (tekubi-waza): vier indraaiende en vier uitdraaiende polstorsies en drie vliedende techieken (uki-waza).

Hier hoort ook een methode bij om vaardigheid te verwerven. 
Een techniek moet niet alleen aangeleerd worden, hij moet ook tot leven gewekt worden door het ontwikkelen van kunde in vrij spel. 

Vaardigheid wordt in drie stappen aangeleerd:

Kakari-geiko, een verdediger (Tori, hij die de techniek uitvoert) past een techniek toe op een aanvaller (Uke, hij die de techniek ondergaat).

Hikitate-geiko, een verdediger probeert een techniek toe te passen maar de aanvaller mag zijn balans herstellen als de techniek niet efficiënt uitgevoerd wordt.

(Deze beide vormen kennen een toshu-variatie, beiden kunnen zich zowel offensief als defensief opstellen in een poging om een techniek uit te voeren.)

Randori, hoewel het woord zelf (het betekent zoveel als complete chaos) geen onderscheid toelaat in aanvaller - verdediger is in de overheersende trainingsvorm een van de deelnemers gewapend met een namaakdolk (tanto). Randori wordt ook in de dagdagelijkse training gebruikt met andersoortige aanvallen waarbij het rollenspel uiteraard vervaagt.

Ook kent Tomiki Aikido competitie. Tanto randori,  katademonstraties en een mengvorm (ninin dori en kongo dan taisen) maken deel uit van tornooien.

Naast een geïntegreerde technische kern en een methode om vaardigheid te verwerven bevat Tomiki aikido zes klassieke kata: een zelfverdedigingskata en een kata die de balansverstoring als focus heeft met daarnaast nog vier andere kata met een waaier van mogelijke aanvallen en technieken.

Vaardigheid wordt dus ontwikkeld door kata-geiko en door vrij spel (kakari-geiko, hikitate-geiko en randori). 



 
                                       


Mark